:05:05
Hij reed dwars door het verkeer,
ik rende erachteraan, ...
:05:10
- en toen stopte hij opeens.
:05:13
Waren er nog meer getuigen ?
:05:16
Ja, zoveel.
Egon, ik heb het me niet verbeeld.
:05:20
In de wetenschap zoeken we
simpele verklaringen.
:05:24
- We zijn zover.
- Eerst de negatieve schaal maken.
:05:29
Wat onderzoek je nu ?
:05:31
Of emoties een directe invloed
hebben op de omgeving.
:05:39
- Kunnen ze ons zien ?
- Nee. Ze komen voor therapie.
:05:45
Ze zitten tweeënhalf uur
te wachten. Het is er nu 35 graden.
:05:53
M'n assistent zegt nu
dat het nog een half uur duurt.
:05:59
Heel mooi. Prima.
:06:05
- Wat vind jij ervan ?
- Uitstekend. Nu de geluksindex.
:06:10
- Ik heb het over de kinderwagen.
- Ik wil Ray erbij halen.
:06:16
Mij best. Je zegt het maar.
Maar niet Venkman.
:06:20
Nee, nee.
:06:23
Zie je hem nog wel eens ?
Hoe gaat het met hem ?
:06:27
Hij was wat van slag.
Toen is hij helemaal doorgeslagen.
:06:32
- Heeft hij het ooit over mij ?
- Nee.
:06:40
We zijn met ruzie uit elkaar gegaan.
:06:43
Ik verloor hem uit het oog
toen ik trouwde.
:06:47
- We zijn zover.
- Haal het hondje.
:06:49
Ik wou bellen toen m'n huwelijk
op de klippen liep, maar...
:06:58
Wat schattig.