1:12:02
lk dank u, oude vriend,
voor uw blijmoedigheid.
1:12:17
Wie is daar?
1:12:20
Een vriend.
1:12:22
Maak u bekend. Bent u officier,
of van het gewone volk?
1:12:31
Aanvoerder van een compagnie.
-Sleept u de machtige speer?
1:12:36
Jazeker. Wie bent u?
-Een edelman gelijk de keizer.
1:12:42
Dus nog voornamer dan de koning?
1:12:46
De koning is een haantje
en een hart van goud.
1:12:51
Een knaap vol leven, van fortuin,
van ouders goed, met harde vuist.
1:12:59
lk kus zijn modderschoen.
1:13:02
Met heel mijn hart
heb ik die vechtjas lief.
1:13:11
Wat is uw naam?
-Hendrik le Roy.
1:13:17
Een naam uit Cornwall?
-Nee, ik kom uit Wales.
1:13:23
Kent u Fluellen?
-Ja.
1:13:26
Zeg hem dat ik op Sint David
z'n prei op z'n kop zal meppen.
1:13:30
Draag dan geen dolk in uw muts,
anders slaat hij u.
1:13:35
Bent u zijn vriend?
-En ook zijn bloedverwant.
1:13:40
Dan kunt u de pot op.
-Dank u, God sta u bij.
1:13:45
Mijn naam is Pistool.
-Die past goed bij uw vurigheid.
1:13:57
Kapitein Fluellen.