1:15:07
Broeder John Bates,
breekt daar de dag niet aan?
1:15:13
lk geloof 't wel, maar we hebben
weinig reden ernaar te verlangen.
1:15:19
We zien het begin van de dag...
1:15:23
...maar vermoedelijk niet het einde.
1:15:29
Wie gaat daar?
1:15:32
Een vriend.
1:15:33
Onder welke kapitein dient u?
-Onder sir Thomas Erpingham.
1:15:44
Een goed commandant
en een zachtaardig man.
1:15:49
Hoe denkt hij over onze toestand?
-Als drenkelingen op een zandbank...
1:15:56
...die wegspoelen
bij de volgende vloed.
1:15:59
Heeft hij dat de koning gezegd?
-Nee, en dat is maar goed ook.
1:16:05
De koning is maar een mens als ik.
Viooltjes ruiken voor hem net zo.
1:16:11
Ontneem hem zijn tooi,
en in zijn naaktheid is hij een mens.
1:16:16
Als hij grond ziet voor vrees,
is zijn vrees zoals de onze.
1:16:22
Hij mag zich zo moedig tonen
als hij wil...
1:16:25
...maar vannacht moet hij zich
tot z'n hals in de Theems wensen.
1:16:30
lk wou dat hij daar stond,
en ik naast hem...
1:16:34
...zolang we hier maar weg waren.
1:16:38
lk geloof niet dat hij zich
ergens anders wenst.
1:16:41
Dan wou ik dat hij hier alleen was.
1:16:46
lk zou nergens zo gelaten sterven
als in het gezelschap van de koning.
1:16:51
Want zijn zaak is rechtvaardig
en zijn strijd eervol.
1:16:55
Dat is meer dan wij weten.
-En meer dan we mogen vragen.