1:20:12
Op de koning. Laten we ons leven,
onze ziel, onze schulden...
1:20:19
...vrouwen, kinderen en onze zonden
op de koning laden.
1:20:26
Wij moeten alles torsen.
1:20:29
O, drukkend vorstenlot,
tweelingbroer der grootheid...
1:20:36
...onderdaan van de adem
van elke nar.
1:20:40
Hoeveel zielenrust, aan burgers
toebedeeld, ontbeert een koning?
1:20:46
En wat heeft een koning
op burgers voor, behalve praal?
1:20:52
En wat zijt gij, afgod praal?
1:20:57
Wat drinkt u vaak, in plaats van
zoete hulde, het gif der vleierij?
1:21:01
Word ziek, grote grootheid,
en zoek genezing bij uw praal.
1:21:06
Staat met de knieƫn van de bedelaar
zijn kracht ook tot uw dienst?
1:21:20
Nee, gij trotse droom, die met
's konings rust zo listig speelt.
1:21:29
lk ben een koning die u doorziet.
En ik weet:
1:21:38
Het is de balsem niet, de scepter en
de bal, het zwaard, de koningskroon.
1:21:45
Het kleed met goud en parels,
de titels voor de koning uitgegalmd...
1:21:51
...de troon waarop hij zit,
noch de vloed van luister...
1:21:57
...die tegen 's werelds kusten beukt.