1:13:01
Dat zeggen ze toch altijd?
Wie niet waagt, die niet... waagt.
1:13:21
Wat ga je doen?
-Ik weet al wat hij niet gaat doen.
1:13:26
Wat ga je doen?
-Ik weet het niet.
1:13:29
Ga je inzetten op deze race?
-Ik weet het niet.
1:13:39
Wat je ook doet, wed niet op hem.
-Hoezo niet?
1:13:42
Er is iets met z'n ogen. Hij is blind.
Hoe kunnen ze hem laten racen?
1:14:12
Begrijp ik het goed?
1:14:15
Wat ik ook doe,
ik moet niet op dit paard wedden.
1:14:22
Looney, Vicki.
-Aangenaam.
1:14:34
Schrik niet als ik flauwval.
1:14:36
We hebben
een goed ziektekostenplan.
1:14:44
Zet maar weer in.
-Zit alles er nog in?
1:14:48
Ik heb wat voor m'n vrouw gekocht,
maar verder wel.
1:14:53
Je hebt allerlei ballen.
-En hij heeft een glazen bol.