:32:02
Hij wil dat u een schip stuurt om te
onderhandelen over onze vrijlating.
:32:07
We zijn gezond en we hopen
dat u onmiddellijk zult reageren.
:32:14
Sorry voor m'n wanhoopsdaad,
maar ik had geen keus.
:32:18
Ik wil geen onschuldigen kwetsen,
maar stel me niet op de proef.
:32:23
Ik smeek u onmiddellijk te reageren.
:32:41
Wat is er?.
:32:43
Je kijkt alsofje een spook gezien hebt.
-Dat is misschien ook wel zo.
:33:13
Spock, wat is er?.
Ken je die Vulcan?
:33:18
Ik weet het niet zeker.
-Hij komt je bekend voor?.
:33:21
Hij doet me denken aan iemand
uit m'n jeugd.
:33:25
Heb je die gehad dan?
-Ik denk zelden aan het verleden.
:33:30
Aan wie doet hij je denken?
-Aan een getalenteerde student.
:33:36
Hij was buitengewoon intelligent.
:33:41
Men nam aan dat hij op 'n dag toe zou
treden tot de grote wijzen van Vulcan.
:33:47
Maar hij was een rebel.
-Hoe bedoel je?
:33:51
De kennis die hij zocht,
was verboden door ons geloof.
:33:55
Verboden?
-Hij wees z'n logische opvoeding af.