:41:03
Julio komt naar ons toe.
Ik zie hem. Hij komt er aan.
:41:08
Hij is daar.
:41:12
Hij heeft een zwart pak aan.
:41:16
Een zwart pak?
:41:19
Het kan ook blauw zijn.
-Wat een flauwekul.
:41:23
Wie is dat?
:41:25
Waar ben je?
:41:27
Hoorden jullie dat?
:41:30
Waar ben je?
:41:32
Wie ben je?
-Wie?
:41:35
Kun je me horen?
-Horen jullie hem niet?
:41:38
Ongelooflijk. Ik ben Sam Wheat.
Hoor je me?
:41:43
Zeg m'n naam, Sam Wheat.
-Laat me met rust.
:41:48
Zeg wat tegen me, Oda Mae.
-Sam Wheat.
:41:57
Ik hou op met die bedriegerij. Ik doe
boete, als die vent maar verdwijnt.
:42:02
Geen denken aan.
:42:11
Alles is goed.
:42:17
Gaat het, zuster?
-Alles komt goed.
:42:22
M'n moeder had het en haar moeder
ook. Ze hadden beiden de gave.
:42:26
Ze zeiden altijd dat ik het ook had.
Maar ik heb de gave nooit gehad.
:42:31
Ze hebben me er alles over verteld.
Nu ik het heb, wil ik het niet meer.
:42:35
Ga weg. Zoek maar een ander.
:42:38
Ben je gek?
-Dat duurt niet lang meer.
:42:41
Ze heeft haar hoofd hard gestoten.
:42:43
Ze sprak daarvoor al tegen iemand.
:42:46
Jawel, maar dat kan ze.
:42:48
Waar ben je precies?
-Ik sta naast je.
:42:52
Sta je nu naast me?
-Lieverd, we zijn hier.
:42:56
Ben je blank?
:42:59
Blank?
-Je bent blank, hè?