:13:07
Hé, jij daar.
:13:12
M'n trein uit.
:13:15
Weg hier.
:13:22
Eruit.
:13:24
Laat zien hoe je dat doet.
Ik ga niet voor je het me leert.
:13:28
Eruit.
:13:38
Eigenwijze hufter.
:13:44
Waar ben je nu mee bezig? Je probeert
hem met je vinger te verplaatsen.
:13:50
Je kunt hem niet met je vinger
wegduwen. Je bent dood.
:14:00
Het zit hem in je geest.
Jij denkt nog steeds dat je echt bent.
:14:05
Denk je dat je echt die kleren draagt?
Dat je nu over de grond kruipt?
:14:09
Gelul. Je hebt geen lichaam meer.
Alles zit nu hierboven.
:14:14
Je kunt iets alleen met je geest
verplaatsen. Je moet je concentreren.
:14:20
Hoe doe je dat?
-Ik weet niet hoe je dat doet.
:14:24
Je concentreert je gewoon.
:14:29
Hoe kreeg je dat voor elkaar?
:14:31
Je neemt al je emoties,
al je woede, liefde, haat.
:14:35
En je duwt alles
naar het midden van je buik.
:14:38
En dan laat je het exploderen.
:14:50
Lach niet.