:04:01
Dat kan zo niet.
:04:04
Ik kan 't niet aan, Henry.
:04:07
Je mag best doen waar je zin in hebt.
:04:10
Dat weten we allemaal. Dit is wat het is.
Wij weten wat het is.
:04:14
Maar je moet weer terug naar je gezin.
:04:17
Je moet naar huis. Kijk me aan.
:04:20
Je moet naar huis. 't Uitpraten.
:04:25
Ik praat wel met Karen.
:04:26
Ik los dit wel op. Ik weet wel hoe.
:04:31
Ik zal zeggen dat je terugkomt en dat
't weer wordt zoals toen jullie trouwden.
:04:35
Je versiert 'r. 't Wordt mooi.
:04:37
Ik weet hoe je dat moet doen.
:04:39
Jimmy en Tommy zouden wat in Tampa
voor me gaan ophalen.
:04:43
Jij gaat nu met Jimmy mee.
:04:45
Jij komt met mij mee.
:04:46
Veel plezier.
:04:48
Ga in de zon zitten.
Neem een paar dagen vrij.
:04:51
We amuseren ons.
:04:52
En als je terugkomt, ga je naar Karen.
:04:56
Dat is de enige manier.
:04:58
Scheiden kan niet. We zijn geen animali.
:05:00
Geen scheiding. Ze scheidt nooit van 'm.
:05:04
Ze vermoordt 'm hooguit.
:05:12
Betaal je ons ?
:05:13
Tampa, Florida
Twee Dagen Later
:05:20
Geef ons het geld !
:05:22
Ik heb 't niet.
:05:26
We gaan.
:05:35
We gooien hem voor de leeuwen.
:05:38
Leeuwen ? Daar kom ik niet bij in de buurt !
:05:41
Gooi 'm over de gracht.
:05:43
Ik krijg dat geld wel !
:05:45
Ze moesten elkaar echt voor de leeuwen
gooien, want hij gaf 't geld meteen.
:05:49
Ik krijg dat geld wel.
:05:51
Daarna zijn we naar de renbaan gegaan.
:05:54
Ze menen het.
:05:55
Wat volgde was ongelooflijk.
:05:58
Toen we terugkwamen,
stonden we in alle kranten.