1:43:19
Ze wisten beneden niet zeker of je er was.
1:43:23
Ik neem tegenwoordig
meestal de achterdeur.
1:43:27
Juist, ja.
1:43:29
Mag ik?
1:43:32
Ja, natuurlijk.
1:43:38
Alles is weg.
-Ja. Judy...
1:43:42
Is zij ook weg?
1:43:46
Heeft ze snel gedaan.
1:43:48
Zij heeft een goede advocaat.
1:43:53
Ik weet eigenlijk niet
of ik je vrouw ooit heb gemogen.
1:43:59
Nee, natuurlijk niet.
-Deze dure flat trouwens ook niet.
1:44:05
En de meubels...
-M'n auto, m'n baan...
1:44:08
...m'n kleren, m'n leven, m'n geld.
1:44:11
Je bent hier toch niet helemaal
met die kleremetro gekomen...
1:44:18
Ik wil op dit late tijdstip
geen zedenpreek van je krijgen.
1:44:24
Niet nu, met wat ik morgen
in de rechtszaal moet doen.
1:44:29
Als je daarvoor komt... Jezus.
-Sorry. Ik kwam hier om...
1:44:38
Ik ben hier niet zo goed in.
1:44:42
Je belde niet en we wilden je helpen.
1:44:48
Ik kwam hier om je te zeggen...
1:44:51
...dat we er voor je zijn.
Je bent onze zoon. We houden van je.
1:44:57
Ik bedoel niet 'we'.