:18:12
Lieverd,
:18:14
ze is een ander mens geworden.
:18:17
Dat ziek zijn heeft indruk op haar
gemaakt. Ze heeft haar lesje geleerd.
:18:34
Doe die deur open!
Doe open, hoor je?
:18:38
Doe open, of ik trap de deur in!
- Wie is daar?
:18:42
Doe die deur open, verdomme!
:18:45
Er is iemand bij je!
Zijn schoenen staan op de veranda.
:18:48
Rose, doe onmiddelijk open, hoor je?
:18:52
Dat getreuzel zal je niet helpen!
:18:55
Waar is hij?
- Hier is niemand!
:18:57
lk weet dat hij hier is! - Echt niet!
- Waar zit je, smeerlap?
:19:04
Waar heb je hem verstopt?
- Hier is niemand!
:19:11
En wie is dat, als ik vragen mag?
:19:18
Nou ja...
:19:20
Dat is Billy.
- En wat doet Billy hier?
:19:25
Billy is erg arm, hij heeft geen geld.
Hij wist niet waar hij naartoe moest.
:19:30
Stomme vraag.
:19:31
U zou hem vast mogen.
Hij wil brandweerman worden.
:19:35
God allemachtig, een brandweerman!
:19:40
Trek iets aan,
je bent poedelnaakt!
:19:45
Je vriendje heeft zich pijn gedaan.
:19:48
Waar zijn z'n kleren?
:19:53
Onder de matras.
:19:55
Ik wilde u niet kwaad maken. Hij wil
met me trouwen. Hij is heel lief!