:45:00
Sommigen geloven van niet,
maar ik wel.
:45:05
Misschien verraadde
Daddys stem aan de telefoon me al
:45:08
dat er treurig nieuws was over Rose.
:45:11
Misschien
dacht ik daarom zoveel aan haar.
:45:14
Daddy?
:45:30
Hallo, ouweheer, hoe gaat het?
:45:34
Kijk nou! Wie we daar hebben!
:45:39
Fijn je te zien.
- Vind ik ook.
:45:45
Je ziet er goed uit.
- Jij ook. Hoe gaat het?
:45:52
Heb je Yankee Whiskey meegebracht?
:45:55
Mij maakt het niks uit,
ik ben pas 133.
:46:00
Wat is er met Rose? Hoe bedoel je
dat je iets over haar gehoord hebt?
:46:05
lk heb slecht nieuws.
:46:07
Ik had je kunnen schrijven,
maar ik wilde wachten tot je kwam.
:46:14
Als ik de rivier zie,
voel ik me weer een kleine jongen.
:46:18
Ik was 13, toen ik Rose met haar
koffer over die brug zag komen.
:46:24
Ik kan me die koffer herinneren.
:46:29
Nou?
:46:33
We hebben iets te drinken,
we zitten hier op de veranda,
:46:37
je hebt me erop voorbereid.
:46:40
Het gaat niet goed met Rose hè?
Dat is het. Is ze weer ziek?
:46:47
Nee, jongen, ze is dood.
:46:59
Rose is dood?