1:50:08
Rustig, het is een Kelt.
-Smerige Kelt.
1:50:50
Jij daar.
1:50:52
Ken ik jou niet?
-Alstublieft, doe me geen pijn.
1:50:56
God, wat stink jij.
-Vergeef me mijn blindheid. Ik...
1:51:00
Maak dat je wegkomt.
1:51:03
Toch fijn dat u me zag staan.
1:51:05
Voorzichtig, broeder.
1:51:09
Wat doe jij daar?
1:51:11
Hij deelt geestrijk vocht uit
ter ere van het huwelijk.
1:51:15
Is er iets niet goed?
-Ja, jullie. Weg met die rommel.
1:51:18
Caesar heeft gesproken,
mijn melaatse vriend. We moeten gaan.
1:51:23
Is dit jouw vinger?
-Melaatse? Weg met die kar.
1:51:27
Hij laat overal stukjes van zichzelf liggen.
1:51:38
Wat doe jij hier?
1:51:40
Niks. Ik hou wel van
een lekkere ophanging.
1:51:43
Wat zit er in die bundel?
-Brandhout.
1:51:51
Dag, lieveling.
1:51:59
Maak ruimte voor Gods woord.