:10:01
Ik ben beleggingsadviseur in Boston.
:10:04
Wat 'n mooie boot. Ik ben dol op zeilen,
maar ik doe het niet zo vaak.
:10:09
Dat is jammer.
Ik ben niet van 't water weg te slaan.
:10:12
M'n vrouw is er niet zo gek op. Ze kan niet
zwemmen. Als kind is ze bijna verdronken.
:10:17
Ik probeer haar minstens één keer
per seizoen mee te krijgen.
:10:22
Ik ga vanavond een eindje varen.
:10:25
Het is volle maan
en het weerbericht is goed.
:10:28
- Misschien wil ze vanavond wel mee.
- Wie weet.
:10:31
Ik zal het haar vragen.
:10:34
Bedankt.
:10:50
De dokter ziet er leuk uit.
:10:53
- Welke dokter ?
- Hij vindt m'n huis mooi.
:10:57
Het beste van 't hele strand.
:10:59
Wanneer is hij hier geweest ?
:11:02
Toen ik gisteren in de stad was ?
:11:05
- Ik ken geen dokter.
- Natuurlijk wel.
:11:09
Die jonge, knappe vent daar op z'n zeilboot.
:11:13
Hij zegt dat je hem de hele
dag hebt staan begluren.
:11:19
Verneder je me echt zo graag ?
:11:27
Hou op.
:11:35
- Nu ga je zeker lopen pruilen.
- Nee.
:11:40
Je gaat met je gepruil
onze heerlijke maaltijd verpesten.
:11:46
Ruik het brood eens.
:11:49
Het spijt me. Glimlach eens.