:41:07
Ik ben Ben Woodward.
:41:12
Je hebt me al eerder gezien.
:41:16
In de tuin.
:41:19
Dat weet ik.
:41:21
Je verraste me wel.
:41:23
Dat dacht ik al.
:41:25
Ik wist niet dat er hier iemand woonde.
:41:28
Anders had ik wat meer geoefend.
:41:31
Ik vond het best wel aardig.
:41:33
Vond je 't leuk ?
:41:37
Ik heb die show met m'n moeder
gezien toen ik klein was.
:41:41
Het is een van m'n lievelingsshows.
:41:43
Ik heb 'm vorig jaar geregisseerd.
Ik geef toneelles op school.
:41:50
Vertel jij nou eens wat.
:41:53
Hoe heet je ? Waar kom je vandaan ?
:41:56
- Dat zijn 'n boel vragen.
- Het zijn er maar twee.
:42:00
Ik wil niet onbeleefd zijn, maar 't is
al laat. We kunnen 'n andere keer praten.
:42:04
Ik ben pas morgenavond weer vrij.
:42:09
Ik maak een stoofpot.
Een appeltaart zou daar goed bij passen.
:42:14
Dat zal vast wel.
:42:17
Je hoeft niet nu te beslissen.
Ik dek de tafel voor twee, om acht uur.
:42:21
Als je niet komt,
:42:23
eet ik de hele week stoofpot.
:42:26
Dat is toch niet zo erg.
:42:34
Dag.
:42:51
Er is telefoon voor u.
:42:52
- Ik wil geen telefoontjes.
- Dat weet ik. Maar ze kende uw vrouw.
:42:59
Verbind haar maar door.