:14:02
Ze had die vijfduizend van een oom
gekregen. Voor een zeilboot.
:14:07
Hoeveel hebben jullie?
:14:10
Laat maar zitten.
:14:12
Nee. Ik meen 't.
Misschien kan ik helpen.
:14:16
Onmogelijk. Geloof me.
:14:19
Is er iets waar we niet
over kunnen praten?
:14:22
Wil je het echt weten?
:14:24
Schulden. Creditcards en leningen.
Zo'n 25.000 dollar.
:14:30
Is dat alles?
:14:31
Dat heb ik in één middag
voor je verdiend.
:14:35
Hoe dan?
:14:36
Geef me drie tot zes weken de tijd.
:14:39
Wat is de rente?
- Nul.
:14:42
Ik leen geen geld aan vrienden.
Je krijgt 't.
:14:46
ledereen valt weleens.
maar 't gaat erom...
:14:49
dat je steeds weer opstaat.
:14:52
Denk om je dekking.
:15:20
Bel een ziekenwagen.
:15:23
Dank u. Dokter.
:15:28
Je weet het. Hè?
- Je kunt ons altijd bellen.
:15:36
Mijn God...
:15:38
Arme kerel.
- 't Leek niet zo ernstig.
:15:41
Hij wilde ons mee uit eten vragen.
:15:46
Oké. Allemaal.
Vijf minuten pauze.
:15:52
Kun jij me even helpen?
- Wat is er?
:15:56
Ik wil rechtop zitten. Ik lig al
zo lang in dezelfde houding.