:40:02
Wat ik wil zeggen is,
wat is ons leven?
:40:06
Het leven is vooruit zien
of terug kijken.
:40:10
Dat is het.
Zo is ons leven.
:40:13
Waar is het belang?
:40:20
En waar zijn we zo bang voor?
:40:23
Verlies, wat anders.
:40:25
De bank is failliet, we worden ziek,
mijn vrouw stierf in een vliegtuig?
:40:31
De aandelenmarkt klapt in elkaar?
Wanneer gebeurt dat nou?
:40:35
Nooit.
En toch maken we ons zorgen. Waarom?
:40:40
Wat zouden we ervoor
kunnen krijgen?
:40:41
Waarvoor?
- Voor de aanwijzingen.
:40:43
Wat zouden we voor de
aanwijzingen kunnen krijgen?
:40:45
Ik weet het niet. 10 piek per stuk.
Misschien 15, ik weet het niet.
:40:51
Je bedoelt voor de aanwijzingen?
Als iemand ze nou eens stal...
:40:54
...en ermee naar Jerry Graff ging?
- Ja, hoeveel hebben we er?
:40:57
De Glengarry?
De nieuwe aanwijzingen?
:40:58
Ik dacht dat ze 500 hadden.
Zeg 500 aanwijzingen.
:41:01
Je wilt zeggen dat iemand ze kan
stelen en ze verkopen aan Jerry Graff?
:41:05
De aanwijzingen aan Graff?
Ja. Dat zei ik, ja.
:41:07
Iemand zou ze kunnen stelen...
zoals alles, lijkt me.
:41:09
Dat is onderhandelbaar.
Iemand zou ze kunnen verkopen.
:41:12
Hoe weet je of hij ze zou kopen?
- Omdat ik voor hem heb gewerkt.
:41:15
Je hebt niet met hem gepraat?
- Nee, wat bedoel je?
:41:19
Of ik hierover met hem heb gesproken?
- Ja.
:41:21
Zeg je zo maar wat of zijn we
dit echt aan het bespreken?
:41:23
We praten er maar wat over.
- Erover praten alsof het maar een idee is?
:41:26
Ja.
- We zijn het niet aan het bespreken.
:41:28
Nee
- Praten we over een beroving?
:41:30
Een beroving? Nee.
:41:35
Nou...
- Hé.
:41:38
Dus je hebt over dit alles
niet met Graff gebeld?
:41:40
Je hebt hem niet gesproken?
- Eigenlijk niet nee.
:41:43
Echt niet.
- Nee, eigenlijk niet.
:41:45
Ja of nee?
- Wat zei ik nou?
:41:47
Wat zei je dan?
- Ik zei, 'eigenlijk niet.'
:41:48
Wat maakt het nou uit George?
We praten maar wat.
:41:51
Is dat zo?
- Ja.
:41:52
Want het is een misdaad.
- Beroving. Dat klopt.
:41:57
Het is een misdaad.