1:26:02
Ben je met hem getrouwd?
1:26:16
Jack, je bent
uit een vliegtuig gesprongen.
1:26:19
Volgens z'n zoon ging je trouwen.
1:26:22
Heb je hier een baantje?
- Ik kon je maar niet bereiken.
1:26:26
Ik heb dagen gevlogen, ik ben
op Hawai geweest, ik heb gebromd.
1:26:31
Ik heb nog naar je geroepen.
1:26:33
Dat was de wind, zei hij.
Wat stom van me.
1:26:41
Ik kan haar niet vinden.
1:26:45
Het is afgelopen.
Hij is uit een vliegtuig gesprongen.
1:26:50
Hij zei dat je maar 3000 dollar
verloren had.
1:26:53
Ik geloofde hem.
En toen besefte ik ineens...
1:26:57
dat ik niet met hem kon trouwen.
1:27:04
Je bent uit 'n vliegtuig gesprongen.
Je had dood kunnen zijn.
1:27:08
Zonder jou wil ik niet leven, liefje.
1:27:13
Rot op.
1:27:15
Nu meteen?
- Nee, donderdag. Ga een spel regelen.
1:27:20
Ik haal eerst nog wat te eten.
1:27:23
Verdwijn.
- Ik ga al.
1:27:26
Ik heb over m'n moeder gedroomd.
- Was ze naakt aan het stofzuigen?
1:27:31
Ze opende haar ogen en ik zei:
Mam, ik trouw met dat meisje.
1:27:36
En ze lachte.
- Echt?
1:27:38
Ja. Ze was natuurlijk wel naakt.
1:27:43
Jullie hebben aangegeven dat jullie
in de echt verbonden willen worden.
1:27:49
Klopt dat?
- Ja.