:32:01
Je krijgt het wel door. Ik help je.
:32:05
Ben je altijd zo vrolijk?
- Ben ik dat?
:32:09
Ja, ik kan er ook niets aan doen,
ik ben altijd opgewekt.
:32:14
Vroeger zei m'n moeder: -
:32:16
'die meid is 'n zonnetje. Die wordt
non of stewardess.' koffie?
:32:24
En jij?
- Uit welk klooster kom je?
:32:28
Ik ben afkomstig van het
klooster van...
:32:32
...van de Zusters van
het Maanlicht in Reno.
:32:37
Ik ben gek op Reno.
- O ja?
:32:42
Je zou ons geweldig gevonden hebben.
We waren onze tijd vooruit.
:32:48
We hadden nooit zo'n strakke habijt
aan. Vooral hier zit het strak.
:32:53
Onze habijten snijden inderdaad
'n beetje in de nek.
:32:59
Genoeg gekletst. IJdelheid.
Z'n tijd vooruit, afschuwelijk.
:33:05
M'n klooster in vancouver was fijn.
Lekker in het bos, geen modern gedoe.
:33:11
Geen elektriciteit, koud water, blote
voeten. Dat waren pas nonnen.
:33:15
Klinkt fantastisch.
- 'N Hel, zalig. Dit is net 't Hilton.
:33:21
En wanneer werd jij geroepen?
:33:25
Geroepen? O, de roeping. Ik wist
even niet wat je ermee bedoelde.
:33:31
In Reno werd ik geroepen.
:33:34
Je weet niet hoe moeilijk het is
om in reno geroepen te worden.
:33:39
We zorgden voor alle soorten mensen.
Jonggehuwden, hoeren, gokkers.
:33:45
Het moet heel bevredigend zijn
om met zulke mensen te werken.
:33:50
Vast 'n heel zondige stad.
- Zeker.
:33:54
Naast ons woonde een hoer
die Buckwheat Bertha heette...
:33:58
Mary Clarence, kan ik je spreken?
- Mij?