:31:03
Hal is een goede klimmer.
- Wat bedoel je daarmee ?
:31:08
Hij kan het alleen aan.
:31:12
Als hij door het weer komt vast te
zitten, komen ze nooit van die berg af !
:31:16
Hij heeft iemand nodig
die de toppen kent !
:31:20
Van mij neemt hij geen hulp aan.
- Het gaat hier om die mensen !
:31:26
Als hij het nou eens niet alleen redt ?
:31:29
Ik heb in geen maanden meer geklommen.
Dan verlies je het gevoel.
:31:35
Je bedoelt de moed !
:31:43
Zo bedoel ik het niet.
:31:47
Is al goed. - Je wilt niet meer voor het
leven van anderen verantwoordelijk zijn,
:31:52
maar hij was ooit je beste vriend !
:31:56
Hij heeft de westelijke kam genomen.
Via de noordwand ben je er eerder !
:32:02
Wat is er met je gebeurt ?
Heb je geen gevoel meer ? - Gevoel ?
:32:07
Ik ben voor jou teruggekomen.
:32:09
Ik heb het niet over mij,
maar over jou !
:32:15
Ja, dan ga toch !
:32:17
Als je dat nu niet doet, zul je
voor altijd op die kam blijven zitten !
:32:45
Waar is dat verdomde vliegtuig ?
:32:47
In de storm neergestort.
:32:50
De storm wordt nog heviger.
Vanuit een vliegtuig zou je niks zien.
:32:56
En over de weg ?
- Die zijn daar niet.