:34:03
Niet echt?
:34:07
Soms dacht ik dat hij dat ging doen. . .
:34:11
. . .maar ik heb het niet afgewacht.
:34:20
Het is moeilijk uit te leggen.
:34:25
- Hij zou het kunnen, denk ik.
- Dat denkt u.
:35:11
WE STERVEN AAN AIDS
HELP ONS
:35:16
DAKLOZE OORLOGSVETERAAN
:35:33
- Hoe is het met u?
- Goed. En met u?
:35:37
- Vreselijk.
- Wat vervelend.
:35:40
De vriend waar ik heen zou,
was niet thuis.
:35:43
Hij zou me geld geven om naar
huis te gaan.
:35:47
Ik moest in m'n auto slapen.
Hebt u een paar dollar voor me?
:35:52
Ik zal het u terugsturen.
:35:56
- Laat uw rijbewijs eens zien.
- Waarom?
:35:59
- Uw adres staat erop.
- Ik heb er geen.