1:05:02
- Ik ben niet bang.
- Ga achter je bureau.
1:05:06
Doe niet net of je een agent bent.
1:05:16
Iemand in een wit overhemd
heeft een telefooncel vernield.
1:05:21
- Heb je me gehoord?
- Jazeker.
1:05:24
- Ongeveer hier, hè?
- Ja, hoe weet je dat?
1:05:28
Hij heeft die tas met geweren.
1:05:31
- Dus je had gelijk.
- Ja. Pardon.
1:05:34
- Wat heb je toch?
- Ik?
1:05:37
- Ik ben een lafaard. Ga opzij.
- Het is je eigen schuld.
1:05:42
Je liet ze denken dat je bang
was, maar je vrouw zat erachter.
1:05:47
Wat er tussen mij en m'n vrouw
gebeurt, gaat alleen mij aan.
1:05:51
Sorry, hoor.
1:05:53
Ze heeft me niet gedwongen.
Ik vond haar in het donker.
1:05:58
Ze dacht dat ik dood was en
dat ik een geest was.
1:06:06
- Het spijt me.
- Geeft niet.
1:06:09
- Waar ga je heen?
- M'n geld verdienen.
1:06:13
- Laat me meegaan.
- Jij had toch dienst?
1:06:20
Wat vind je ervan, partner?
1:06:24
Ze kunnen doodvallen.
1:06:43
Met wie sprak je daarnet?
1:06:48
- Je wilt me bangmaken.
- En lukt dat?
1:06:52
Nee, dus hou maar op.
1:06:57
Je jaagt me m'n huis niet uit
en je komt niet.