1:09:00
Wie is daar?
1:09:14
- Ik wil alleen even praten.
- Had dat dan gezegd.
1:09:28
Wil je iets drinken?
1:09:32
- Ik moet nog rijden.
- Neem dan maar wat prik.
1:09:41
Wat had je nou allemaal, stoere vent?
1:09:50
Je blijft uit de buurt van m'n vrouw,
van m'n huis en van m'n stinkdier.
1:09:55
Ik ga met Lana op vakantie. Als ik
terug ben, wil ik je niet meer zien.
1:10:00
Op vakantie?
Ze verdient geen vakantie.
1:10:04
Het is een stoute meid. Dat is ze altijd
geweest en dat zal ze altijd blijven.
1:10:11
Je kent Lana helemaal niet.
1:10:14
Ik ken Lana heel goed.
1:10:18
Hoe dan?
Wie is ze dan, hè?
1:10:24
- Wie is ze?
- Ze is je vrouw, sukkel.
1:10:29
- Wie is ze?
- Ze is m'n zus.
1:10:32
- Wie is ze?
- Ze is je vrouw.
1:10:34
- Vertel wie ze is of ik...
- Ze is m'n zus. Jouw vrouw.
1:10:49
Ze is jouw vrouw en mijn zus.
1:10:55
Ze werd vreselijk verwend.
Ze pikte alles van mij in.
1:10:59
Alles. Zelfs hem.