1:03:03
Jij bent net zo. Noem één ding
in je leven dat betekenis heeft.
1:03:10
- Ik speel piano.
- Dat is niet genoeg.
1:03:14
Ik heb je in je eentje
in 't café zien zitten.
1:03:19
Niet één doel is 't waard om voor te
vechten. We hebben alleen ons spel.
1:03:25
- Ik val aan, jij verdedigt.
- Wanneer begint de wedstrijd ?
1:03:30
De klok tikt door, Frank.
Hou je haaks.
1:03:40
Hij had 'm weer gecodeerd.
Ik heb 'm niet.
1:03:44
Verdomme.
1:04:15
Jezus, Frank.
1:04:19
Ik probeer je steeds te bellen.
Ik dacht dat er iets mis was.
1:04:24
Ik ben ziek, ik ben moe
en ik ben gewapend. Dus kijk uit.
1:04:31
- Je bent misschien ook geniaal.
- Dat moet ik nog zien.
1:04:36
Heb je de gesprekken gehoord ?
1:04:40
Bel 't bureau in Minneapolis.
1:04:44
Frank, luister nou even.
1:04:48
- Wat is er nou ?.
- We zijn wat modelbouwers afgegaan.
1:04:52
Een ervan was 'n professor
uit Pasadena. We hebben iets.