:42:03
Ik heb twee jaar therapie gehad.
:42:05
Auto's moeten soms ook terug
naar de fabriek.
:42:09
We zijn in vijf minuten weer buiten.
- Ik ben je man. Ik geef je een bevel.
:42:15
Ga slapen. Ik beveel het je.
:42:17
Een paar jaar terug
had je met me meegedaan.
:42:21
Ik weet niet of je het nog weet, maar
we hebben ooit een mysterie opgelost.
:42:26
De geluiden op zolder.
- In dat huis buiten. Die vogel.
:42:30
Maar dat was een lief mysterie.
Dit is moord.
:42:34
Je geeft het toe. Het is moord.
- Je gaat niet. Ik verbied het je.
:42:39
Dus zo doe je als ik je iets verbied.
:42:42
Als je zo doet, ga ik je
echt niet veel meer verbieden.
:42:51
Doe nou niet. We horen
tegen elkaar aan genesteld te liggen.
:42:56
Stil. Je maakt de buren nog wakker.
Het lukt al.
:43:00
Dit leidt nergens toe.
Alleen tot grote rampspoed.
:43:04
Rustig maar.
- Hoe kan ik rustig zijn?
:43:07
Lk bevind me in andermans woning
in m'n pyjama.
:43:11
Ted had een idee. Dat ga ik proberen.
- Is Ted je mentor?
:43:16
Ted is een gluiperd.
Hij zit thuis en wij...
:43:19
Hij kan zo weer thuiskomen.
M'n hart...
:43:23
Waldron.
- Wie?
:43:25
Met wie spreek ik?
- Wie bent u?
:43:29
Zegt de naam Waldron je iets?
- Hang op.
:43:33
Heel fijn. Hij heeft opgehangen.
- Mooi.
:43:36
Even denken. Waldron, Helen Moss...
:43:39
Hij noemde zich Tom.
Tom Waldron, dat trekken we na.
:43:43
Natrekken? En dan zeker afleggen.
Je beheerst het jargon al.
:43:48
Ik ben geen nachtmens.
Ik weet niet waar ik naar op zoek ben.
:43:53
Wacht even. Kijk eens.
- Ga je z'n post lezen? Dit is waanzin.