:44:01
Ruim op.
- Wat nou, ruim op. Moet ik stofzuigen?
:44:04
Veeg het onder het kleed.
- Het is kamerbreed. En dit is stuk.
:44:10
Lijm het dan.
:44:13
Moet je zien.
- Handschoenen. Nou? Heb ik ook.
:44:18
Maar liggen die klaar, met dit weer?
- Kom, we gaan.
:44:22
Dit is heel vreemd.
Ik vind het behoorlijk sinister.
:44:27
Je ziet wat je wilt zien.
Neem een andere bril.
:44:30
Die scherven gooien we
ergens anders weg.
:44:36
Hoe vond je je verjaardagstaart?
- Heerlijk. Chocola is altijd goed.
:44:44
Jammer dat hij niet langer blijft.
- Die studie is moordend. Ik moet weg.
:44:50
Ik ga kleren met hem kopen
voor z'n verjaardag.
:44:54
Je moeder gaat naar een wijnproeverij.
:44:57
Als ik een restaurant heb,
moet ik toch iets van wijn weten.
:45:02
Ik wil je aan iemand voorstellen.
:45:07
Dit is m'n vrouw.
- Ik ben hier.
:45:11
Carol, weet je nog?
- Dit is Marcia Fox.
:45:13
Dit is m'n zoon, Nick. Hij is jarig.
Dan gaan we altijd naar Twenty-One.
:45:20
Je vriend heeft gebeld. We gaan eten.
- Ik heb haar aan Ted gekoppeld.
:45:26
Wat leuk.
- Met Ted kan je lachen.
:45:30
Leuk jullie te zien.
:45:33
Leuk voor ze.
- Dus dat is Marcia Fox.
:45:37
Wat kijk je nou?
- Is zij Ted z'n type?
:45:40
Ze is iedereen z'n type.
Ze is slim, getalenteerd...
:45:44
Je pupillen staan wijd open.
- Ze is ook beestachtig sexy.
:45:48
Denk eraan dat je straks
bij die wijnproeverij alles uitspuugt.
:45:54
Spuug het uit. Doe dat nou.
:45:56
Ik wil je vannacht niet op je knieƫn
boven de closetpot zien hangen.