1:06:02
Wij zijn van de politie.
We willen even op kamer 611 kijken.
1:06:07
U was hier daarnet ook al.
- Inderdaad.
1:06:10
Bent u van de politie?
- Laat hem je bewijs zien.
1:06:14
Je kaartje.
Je politielegitimatiebewijs.
1:06:19
Hij heeft z'n bewijs bij zich.
1:06:28
Zijn er problemen?
- Nee, ik ben rechercheur.
1:06:31
De minimale lengte is verlaagd.
Ik neem m'n bewijs weer mee.
1:06:48
Voorzichtig.
- En dat zeg jij.
1:06:52
Gooi geen dingen om.
1:06:54
Ik laat alleen m'n vingerafdrukken
achter, zodat ze ons kunnen pakken.
1:07:00
De moordenaar moet zich
in deze kast hebben verstopt.
1:07:04
Kom. Morgen vroeg dag.
Ik moet naar de synagoge.
1:07:07
Hij heeft het lijk heel snel
naar buiten gesleept.
1:07:18
Neem me niet kwalijk.
Het kamermeisje.
1:07:22
Het bed hoeft niet verschoond.
En geen croissants bij het ontbijt.
1:07:26
Het zijn fijne handdoeken. En ga door
met die snoepjes op het kussen.
1:07:33
Daarom was het licht aan.
Dit is waanzin.
1:07:36
We gaan zo. Ik kijk nog even rond.
1:07:39
Ik heb dingen stukgemaakt.
1:07:44
Moet je zien.
1:07:47
Volgens mij is dit haar ring.
Ik heb gezien dat ze hem om had.
1:07:52
En de politie had alles uitgekamd.
Waar heb je hem gevonden?
1:07:56
Achter de deur.
- Laten we nu weggaan.