:19:02
Kan ik op jullie rekenen
en willen jullie mij helpen?
:19:06
Tot in de dood, mijn heer.
:19:08
- Zullen we kijken wat we kunnen doen?
- Geheel tot uw dienst, mijn heer.
:19:36
- Was graaf John niet bij het avondeten?
- Ik heb hem niet gezien.
:19:40
Wat ziet hij er zuur uit. Als ik hem zie,
heb ik een uur later nog kramp.
:19:44
Hij is uiterst melancholisch van aard.
:20:01
Hij zou geweldig zijn als hij net het
midden hield tussen hem en Benedick:
:20:05
De één is vrijwel een stenen beeld
en zegt niets
:20:08
en de ander lijkt al te veel op zo'n
verwend jongetje dat maar doorkletst.
:20:13
Dus de halve tong van Signor Benedick
in de mond van graaf John
:20:18
en de halve melancholie van graaf John
in het gezicht van Signor Benedick.
:20:23
Met een fraai stel benen.
:20:25
En elegante voeten, oom,
en genoeg geld op zak.
:20:30
Zo iemand verovert
elke vrouw in de wereld,
:20:34
als hij haar gunst weet te winnen.
:20:36
Je zult nooit aan de man komen,
als je zo'n katje bent met je stem.
:20:45
Ik zou een man met baard niet kunnen
verduren. Dan liever prikkerige dekens.
:20:49
Misschien loopt u wel
tegen een man zónder baard aan.
:20:52
Moet ik hem mijn kleren aantrekken
en hem als mijn kamermeisje gebruiken?
:20:58
Wie een baard heeft,
is meer dan een jongen