:18:09
Weest u nou niet boos, alstublieft.
:18:14
Ik weet nergens iets van.
:18:17
Dat zei u al.
:18:19
Het spijt me.
:18:22
Ik ben te gewoon en ik praat te veel.
:18:25
Het spijt me, juffrouw.
:18:44
Ik weet niet wanneer uw oom
u laat komen.
:18:48
Mijn oom?
:18:49
Volgens Mrs Medlock wil hij me niet zien.
:18:54
Jawel, hoor.
:19:22
Je oom ontvangt je vandaag niet.
-Wanneer dan?
:19:26
Morgen?
:19:28
Morgen is hij weg.
:19:53
Na de dood van mevrouw
wilde lord Craven niemand meer zien.
:19:59
Er is niemand om hem te troosten.
Hij is meestal weg.