:20:04
Arme man. Men zegt dat hij vervloekt is.
:20:09
Doe een trui aan. Het is koud.
-Ik heb niemand om mee te spelen.
:20:14
Niemand om mee te spelen?
-Laat me eruit.
:20:18
Mijn broer gaat in zijn eentje
urenlang het moeras in.
:20:24
Zo is hij vriendjes geworden
met al zijn dieren.
:20:29
Dickon, mijn jongere broer.
:20:33
U weet niet half
hoe nieuwsgierig hij naar u is.
:20:36
Wat had dat te betekenen?
-Bent u daar?
:20:40
Ik dacht al: Waar bent u?
-Hoe bedoel je? Dat wist je best.
:20:45
Uw sjaal, juffrouw.
:20:51
Zo.
:20:53
U kunt nu naar buiten.
:20:56
Ik zie niets.
:21:11
Om bij de tuin te komen,
moet u daar doorheen...
:21:15
...en dan om het huis heen.
:21:18
Gaat u maar en veel plezier.