:25:07
Waar is het voor?
-U kent wel tijgers en olifanten?
:25:11
Maar touwtjespringen kent u niet?
:25:15
Kom mee.
:25:17
Let op.
:25:27
Probeer het maar eens.
:25:56
Bedankt, Martha. Bedank je moeder.
:25:58
Wat bent u een rare.
Elk ander kind zou me een kus geven.
:26:04
Moet ik je kussen?
:26:08
Wat is dat?
-Gaat u nou maar.
:26:15
Ik heb nog nooit touwtje gesprongen.
:26:18
Hij vindt het geweldig.
Brutale donder. Moet u hem zien.
:26:24
Wat is er met hem?
-Vraag me niet waarom...
:26:28
...maar hij wil vriendjes worden.
:26:32
O, ja?
:26:35
Ik heb nooit vriendjes gehad.
:26:37
Dat verbaast me niets.
:26:42
Laat mij zien hoe je binnen komt.