:31:30
Dat gaat er wel in vanmorgen.
-Het smaakt goed vandaag.
:31:37
Luister eens. Hoor je dat?
:31:41
De wind. Soms klinkt het alsof
iemand verdwaald is in het moeras.
:31:47
En huilt.
:31:52
Arme Betty, de keukenmeid.
Ze had zo'n kiespijn vanochtend.
:31:58
Martha, ik heb je hulp nodig.
Stuur dat kind naar buiten.
:32:18
Hij kent u niet. Hij schrok van u.
-Hij van mij?
:32:22
Hij doet u niks.
:32:25
Hij bijt.
-Nee, hoor.
:32:28
Hij is smerig.
-Nee, zacht. Heel lekker.
:32:36
Zo, ik heb het gedaan.
:32:54
Zo doet u dat, juffrouw Mary.
-Ik ken jou ook.
:32:57
Jij bent de broer van Martha, Dickon.