1:00:00
Help me dan. Hou zijn armen vast.
1:00:05
Hou dat kind tegen.
-Hij heeft helemaal geen bochel.
1:00:10
Heb jij dat kind binnengelaten?
1:00:13
Je bent ongehoorzaam geweest.
Je kunt wel naar huis gaan.
1:00:18
Ik heb niks gezegd.
-Wat gebeurt hier allemaal?
1:00:22
Ik stuur jou weg,
als jij haar wilt wegsturen.
1:00:25
Ga weg. Ik wil alleen met mijn nicht zijn.
1:00:29
Pardon?
-Ik beveel je de kamer te verlaten.
1:00:35
Ga weg.
1:00:38
Ik ga wel.
1:00:40
Al was het maar om te voorkomen
dat u zich iets aandoet.
1:00:46
Maar ik beloof u...
1:00:55
Misschien ben ik niet ziek.
-Je bent gewoon zwak.
1:01:03
Zou ik naar buiten kunnen?
Ondanks de sporen?
1:01:06
Ik weet niks van sporen.
1:01:10
Misschien zouden we de deur
van mijn moeders tuin kunnen vinden.
1:01:15
Als we de deur konden vinden,
konden we naar binnen.
1:01:26
Wat is er?
1:01:29
Ik durfde niks te zeggen.
Ik wist niet of ik je echt kon vertrouwen.
1:01:37
Ik ben in de geheime tuin geweest.
Ik heb de sleutel.
1:01:41
Vertel verder.
1:01:44
Als je de deur open doet, zie je niks.
1:01:48
Als je de stenen trap afgaat...
1:01:51
...word je omringd door bloemen.
1:01:55
Elke dag ontluiken er nieuwe bloemen.
Het is magisch.
1:01:59
Er worden jonge dieren geboren.