1:07:00
Ga weg.
1:07:04
Het is maar een wormpje.
1:07:11
Dat is niet vies.
1:07:20
Hij vindt ze ook lekker.
1:07:34
Wie is die man?
-Wat moeten jullie daar?
1:07:39
Kleine bemoeial.
Ik moest jou meteen al niet.
1:07:44
Het roodborstje wees de weg.
1:07:53
Weet je wel wie ik ben?
-Wie u bent?
1:07:58
U bent de invalide.
-Hij heeft geen bochel.
1:08:03
Uw rug is niet misvormd?
1:08:06
En uw benen ook niet?
-Wie zegt dat?
1:08:11
Dat heeft nooit iemand gezegd.
1:08:36
Je kunt het wel.
1:08:39
Je kunt het wel.
1:08:49
Kijk me dan aan. Kijk dan.