Blink
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:50:04
't Lag hier.
- We hebben alles afgezocht.

:50:07
De dierenarts gaat weg.
:50:13
Geen kruisje te vinden.
- Denk je dat ze liegt ?

:50:17
Ik wil 'r geloven, maar ik denk
dat ze het zich allemaal inbeeldt.

:50:22
Hij was er echt.
- Hoe weet jij dat ?

:50:25
Hij vermoordt ze thuis. Of heb jij
soms ergens een badkuip gezien ?

:50:31
Zij is geen slachtoffer
maar 'n ooggetuige.

:50:38
En ze heeft toch ook
dat kruisje gezien ?

:50:41
Misschien had ze dat op 't bureau
gehoord. Wat weet je van haar ?

:50:46
Ik weet wat ik moet weten.
- Of wat je wil weten.

:50:50
Volgens haar dokter lijdt ze
aan hallucinaties.

:50:54
Dat weet ik.
- Over andere dingen, bijdehand.

:50:58
Uit haar verleden.
:51:00
Een meisje wordt vermoord,
zij is bang en gaat dingen verzinnen.

:51:07
Toch is er vanavond iets gebeurd.
- We hebben niets aan haar.

:51:12
Je hebt me altijd geloofd.
Waarom nu dan niet ?

:51:16
Omdat je nu je pik achterna loopt.
:51:20
Neuk die griet en doe je werk.
- Ik wil haar niet neuken.

:51:36
Is een niet genoeg ?
:51:39
Ruik eens.
:51:45
Dat is 't niet.
:51:47
Hoe is 't met je hond ?
- Hij moet blijven.

:51:51
Niet 't licht aandoen.
:51:55
Wil je iets drinken ?
- Nee. Ik ga zo weer weg.


vorige.
volgende.