:03:01
En dan nog de reuzenhotdog.
Wie had 'n reuzenhotdog besteld ?
:03:07
Heel leuk, Rascal.
Dat had je gedroomd.
:03:11
Waarom zijn de honden er nog niet ?
:03:14
Ze kunnen niet optreden op
een lege maag, meneer.
:03:19
Opschieten.
- Ja, meneer. Begrepen, meneer.
:03:44
Kolere, wat 'n kast.
:03:59
Dag, alles goed ?
:04:08
Ik kom er zo aan.
:04:40
Waarom naar 't vliegveld ?
Gaat u vliegen ?
:04:44
Hoe raad je 't zo ?
- Ik zag uw bagage.
:04:47
En toen ik uw ticket zag,
wist ik 't helemaal zeker.
:04:51
Waar gaat de reis naartoe ?
- Aspen.
:04:55
California... schitterend.