:19:37
Wat doe je ?
:19:39
Zo is 't net
of ik ontzettend hard kan lopen.
:19:42
We zijn net op weg
en je werkt nu al op m'n zenuwen.
:19:47
Maar we gaan ervoor, he gabber ?
:19:51
Hoe kom je daaraan ?
- Bij 't tankstation.
:19:56
We zouden toch eerst overleggen ?
Ons budget is heel krap.
:20:03
Dit komt niet uit de reiskas.
Ik had nog 25 dollar extra.
:20:10
Hoe kom je aan die 25 dollar ?
:20:13
Ik heb wat verkocht aan Billy van 4-C.
:20:16
Dat blinde jochie ?
:20:22
Wat heb je aan hem verkocht ?
:20:26
Spullen.
- Wat voor spullen ?
:20:30
Weet ik veel... honkbalplaatjes...
een zak knikkers...
:20:35
Pietje...
:20:37
Pietje ? Heb jij mijn dooie vogeltje
aan 'n blind jochie verkocht ?
:20:46
Pietje had geen koppie meer.
- Dat heb ik geregeld.
:20:54
Mooi vogeltje.
Zeg maar 'mooi vogeltje'.
:20:58
Mooi vogeltje.
Je bent 'n mooi vogeltje.