:13:05
Toen ik 13 was.
werd ik naar kostschool gestuurd.
:13:11
Ik vond 't vreselijk.
:13:15
Zal ik je helpen?
:13:19
- Jij gaat met Samuel trouwen.
- Dat klopt.
:13:23
Ik ga met Tristan trouwen.
:13:28
Dan worden we zusters.
:13:31
- Jullie kennen elkaar al. zie ik.
- Ik mag Isabel II helpen.
:13:36
Wil je niet wat uitrusten?
Je bent vast erg moe.
:13:40
Het is hier zo heerlijk.
Al die pracht.
:13:44
Dit onverwachte Godsgeschenk.
:13:48
Na vier maanden strenge winter
zeg je dat niet meer.
:13:53
-Waar is Samuel?
- Die gun ik nu even aan je vader.
:13:59
- Je bent heel vrijgevig.
- Ik ben gewoon gelukkig.
:14:03
Alfred.
:14:06
Laat Miss Finncannon met rust.
Vertel Samuel 's over de kalfjes.
:14:12
Kom op, binnenkomen.
:14:15
Let maar niet op m'n vader.
:14:17
Hij voelt zich jong en machtig
als ie ons als kinderen behandelt.
:14:27
Voor deze en andere goede gaven
prijzen wij Gods naam. Amen.
:14:34
Vertel vader 's
watje net zei over Wenen.
:14:39
De Kaiser zal de vernietiging
van Servië niet verhinderen.
:14:43
- Geen orlogspraat aan tafel.
- Heel Engeland wordt gemobiliseerd.
:14:49
-Wij kunnen hier niet weg.
- Gelukkig niet.
:14:54
- Onze plicht gaat toch boven alles?
-Vind je?