:42:04
Ik loop warm, maar 't is The Bomb.
:42:08
Iemand bij 'm ?
:42:10
Hij was alleen. Hij praatte met
iemand, ik weet niet meer met wie.
:42:17
Herinner je je de schietpartij ?
- Ja, ik belde de politie.
:42:22
Wil je dat weten ?
:42:24
Was hij hier ervoor of erna ?
:42:28
Ervoor. Hoe ik dat weet ?
:42:30
Ik hield 'm in de gaten.
Hij was nerveus.
:42:34
Ik dacht dat ie zo'n
roofovervaller was.
:42:40
Strike. Jezus Christus.
:42:47
Ze lijken niet op elkaar.
- En hij ?
:42:53
Ja, Victor is een vaste klant.
Wat is er met hem ?
:43:01
Waarom zei je niet
dat je broer het had gedaan ?
:43:04
Kom op, man. Ben je 't vergeten ?
:43:07
Je zei dat je niks wou weten.
- Je hebt gelijk.
:43:12
Victor molde Darryl ?
- Ik weet niet of ie 't echt deed.
:43:18
Het is jouw broer. Dat moet je weten.
:43:20
Errol, even...
:43:26
We hebben nooit over Darryl gepraat.
:43:29
Over wie ?
- Zie je ? Hij is geen probleem.
:43:34
Toe maar, beginnen.
:43:43
Goed gedaan.
:43:46
Hij was er op die avond.
:43:49
Hij was nerveus, ging niet zitten,
vertrok nuchter, voor de moord.
:43:55
Hij heeft gezeten voor drugshandel,
:43:58
illegaal wapenbezit,