Clockers
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:10:00
Ik moet even binnen kijken.
:10:04
Dus, Gee-soes...
- Spreek 't uit als Jezus.

:10:07
Ik zeg liever Geesoes.
:10:10
M'n ouders noemden me zo.
Jij noemt me ook zo.

:10:13
Victor ging vroeg weg.
:10:17
Hij voelde zich niet goed.
:10:20
Ik moet even bellen.
- Er is telefoon voorin.

:10:24
Niet goed ?
:10:26
Voel jij je goed
als je hier 65 uur per week werkt ?

:10:29
Je wordt ziek.
Probeer het, dan wisselen we.

:10:35
Hoeveel heb je gisteren verdiend ?
:10:37
Een hele berg, het ging goed.
:10:39
Strike !
- Dat is kleintje.

:10:42
Hier.
- Wat zei ik ?

:10:44
Dit is van jou.
- Wat zei ik je ?

:10:47
Je moeder.
:10:49
Van jou.
- Ben je gek ?

:10:51
Wat zei ik je ?
- Wat doe je ?

:10:54
Luister je ? Ik zei:
Laat m'n zoon met rust.

:10:58
Blijf met je handen
van m'n gezicht af.

:11:01
Ik doe wat ik wil met m'n handen.
:11:04
Koop geen troep meer voor hem.
- Dat doe ik niet.

:11:08
Godver...
- Naar huis !

:11:11
De Nikes, het Sega-spel, dat kapsel.
:11:15
Denk je dat je slim bent ?
:11:17
Die fiets kreeg
hij niet mee naar huis.

:11:20
Luister, lazer even op.
:11:23
Ik ben niet bang voor jou.
Misschien jij wel voor André.

:11:27
André ? Kan me geen reet schelen.
:11:29
Jij verkoopt jouw mensen de dood.
:11:34
Jullie allemaal.
Ik laat hem niet meenemen.

:11:38
Dat sta ik niet toe.
Dat laat ik niet gebeuren.

:11:44
Begrijp je ? Ik ga André halen.
:11:49
Die hoer had het op hem gemunt.
:11:54
Je vriendje.
- Je maatje.

:11:56
Sla je vrouwen die niks terug doen ?
:11:59
Welnee, zij viel mij aan.

vorige.
volgende.