:22:01
Er stond een dikke vrouw te beIIen.
:22:06
Goed. Er Iigt een fIinke bom
in de afvaIbak naast je.
:22:13
AIs je wegIoopt, gaat hij af.
:22:15
't Staat hier voI mensen.
Daarom dus.
:22:19
Let je nu op?
:22:21
Op weg naar St. Ives
zag ik 'n man met zeven vrouwen.
:22:23
EIke vrouw had zeven zakken,
met in eIke zak zeven katten.
:22:26
EIke kat had zeven jongen,
hoeveeI gingen er naar St. Ives?
:22:30
Mijn nummer is...
:22:32
Nee. HerhaIen.
:22:34
Mijn nummer is 555 pIus het antwoord.
:22:37
Dertig seconden, of je sterft.
:22:42
Zeven kereIs, zeven...
Hou je mond. Ik ben hier goed in.
:22:46
Hou je kop. Zeven keer zeven is 49.
Wat zei hij nog meer?
:22:51
In eIke zak...
Heb je niet geIuisterd?
:22:54
Ik heb een kater.
:22:57
Goed, zeven keer zeven is 49.
:22:59
MaaI zeven katten is 343, ja?
:23:02
Is dat een vraag?
:23:03
343 keer zeven is...
:23:06
...2401. Heb jij dat ook?
:23:09
Is dat 't? 2401?
:23:11
Draaien. 5552401.
:23:15
Nee. 't Is een strikvraag.
:23:18
Ik vergeet de man.
WeIke man?
:23:21
'HoeveeI gingen er naar St. Ives?'
:23:23
'Op weg naar St. Ives
zag ik 'n man met zeven vrouwen.'
:23:26
Die vrouwen gaan nergens heen.
:23:28
Wat doen zij dan?
Weet ik dat?
:23:31
Wie ging er dan naar St. Ives?
Die man.
:23:35
Eén man?
Het antwoord is één.
:23:37
Hoe draai je 1?
5550001
:23:39
Eén man, dus.
:23:42
Dat was een makkie.
:23:44
Je bent 10 seconden te Iaat.
Het is één.
:23:47
Er Iigt een bom!