:17:05
Het is hier koud, dat weet ik.
:17:10
Wat een stofnest.
:17:14
Godzijdank heb ik de elektriciteit
steeds betaald.
:17:18
Ik heb wel hout. We hebben zo heet water.
:17:23
Boven zouden schone lakens
moeten liggen.
:17:28
Hoe langer je daar staat,
hoe griezeliger het lijkt.
:17:33
Hij is afgesneden.
- Al minstens drie jaar.
:17:39
Dat had ik geweten als ik vaker
had gebeld, bedoel je.
:17:43
Je hebt met de kerst
naar Vera's huis gebeld.
:17:47
Het moet van twee kanten komen, mama.
:17:54
Ik heb een telefoon nodig.
Ik ga wel naar het motel.
:18:00
Dat is dicht. Het is buiten het seizoen.
:18:04
En Riner's Inn dan ?
- Dat is gesloten. Afgebrand.
:18:10
Dat moet toch al
een jaar of vijf geleden zijn.
:18:17
We moeten naar de stad
voor boodschappen.
:18:21
Ik ga wel. Alleen.
:18:25
Ik red me wel.
- Je weet niet wat er moet komen.
:18:29
Alles, neem ik aan.