1:07:02
Waar heb je dat spul vandaan ?
1:07:04
Van m'n broer.
1:07:48
Je broer heeft goeie wiet dan.
1:07:51
Waar heeft hij het vandaan ?
1:07:53
Geen idee.
Dat vertelt ie me niet.
1:07:56
Balen dat je broer je
daar niets over vertelt.
1:07:59
Want het is nogal goed spul.
1:08:01
Als ik wist waar dit vandaan kwam,
ging ik het elke dag halen.
1:08:12
Hé, Ham...
1:08:15
Wat je.
1:08:17
Je incasseert flinke haaltjes
voor zo'n klein ventje.
1:08:20
Je bent een vriend, daarom.
1:08:21
En je hebt ook goud om je nek ?
1:08:25
Dat is maf.
1:08:27
Dat is leuk.
Christus om je nek.
1:08:29
Leuk. Ik vind 't wel wat.
1:08:38
Jezus Christus.
- Geloof je in Hem ?
1:08:41
Ja.
1:08:43
Die vent is de Redder, man.
1:08:46
Hij is cool.
1:08:48
Heeft z'n leven gered.
1:08:53
Hoe is ie, Jeff ?
- Jij ?
1:08:55
Rustig.
1:08:57
Hij is naar de klote.