:41:05
ren over de verborgen paden
in het dennenbos
:41:09
proef de zonzoete bessen
van de aarde
:41:14
wentel je in de weelde
om je heen
:41:17
en vraag je nou eens niet
af wat het waard is
:41:22
de stortbui en de rivier
zijn mijn broeders
:41:26
de reiger en de otter
zijn mijn vrienden
:41:31
en we zijn allen met
elkaar verbonden
:41:35
in een cirkel, in een kringloop
die nooit eindigt.
:41:40
tot hoe hoog kan
de plataan groeien ?
:41:44
als je hem omhakt, zal je
het nooit te weten komen
:41:51
je zult nooit de wolf horen huilen
naar de blauwgele maan
:41:56
en of we nu blank
of koperkleurig zijn
:42:01
we moeten zingen met
alle stemmen van de berg
:42:05
we moeten schilderen met
alle tinten van de wind
:42:11
je kan de aarde in bezit hebben,
maar je bezit slechts grond
:42:16
tot je kunt schilderen
:42:20
met alle tinten
:42:23
van de wind
:42:47
Wat is dat ?
-De trommen.
:42:51
Dat betekent moeilijkheden.
Ik mag hier niet zijn.
:42:55
Ik wil je weer zien. Ga niet weg.
-Het spijt me.