Pocahontas
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:52:33
Rustig, ik ben het.
:52:36
John, ik had je wel kunnen doden.
-Niet als je zo richt.

:52:41
Hou allebei je ogen open.
Dan zie je twee keer zo goed.

:52:45
Smith, daar ben je.
-We zochten je overal.

:52:51
Waar zat je ?
-Ik verken de omgeving, sir.

:52:55
Prima, die informatie hebben we
nodig voor de slag.

:52:59
Welke slag ?
-We zullen die wilden uitroeien.

:53:03
Nee, dat mag u niet doen.
:53:07
Mag ik dat niet ?
:53:08
Vechten is niet nodig.
-Wat heb jij nou ?

:53:11
Ik heb er eentje ontmoet.
-Een wilde ?

:53:16
Ze kunnen ons helpen.
Ze kennen het land.

:53:19
Ze kennen de rivieren.
:53:22
Kijk, voedsel.
-Wat is dat ?

:53:24
Beter dan beschuit en watergruwel.
-Ze willen ons niet te eten geven.

:53:30
Ze willen ons allemaal vermoorden.
Ze hebben ons goud.

:53:35
En ze willen 't houden.
-Er is geen goud.

:53:38
Geen goud ?
:53:41
Heeft jouw indiaantje dat verteld ?
:53:46
Leugens. Allemaal gelogen.
:53:48
Voor moordlustige dieven
is geen plaats.

:53:52
Maar dit is hun land.
-Mijn land! Ik maak hier de wet uit.

:53:57
En ik zeg: iemand die een indiaan
ziet, en 'm niet meteen ombrengt...


vorige.
volgende.