:40:01
- Blauwe lucht. Vlug, ernaartoe.
- Ik mag niet rennen.
:40:11
Heb je je bezeerd ?
:40:16
- Ik kan niet staan. Ga hulp halen.
- Ik ren zo hard als ik kan.
:40:32
Margaret.
:40:42
Niet bang zijn. Hij doet niks.
:40:49
- Hebt u ergens pijn ?
- Alleen aan m'n enkel.
:40:54
Mag ik vaststellen
of u misschien iets gebroken hebt ?
:41:16
Er is niets gebroken.
:41:20
Wilt u uw arm om mijn hals leggen ?
:41:25
Permitteer mij u
naar huis te brengen.
:41:32
Eindelijk.
:41:35
Ze is gevallen
en hij heeft 'r gedragen.
:41:40
Heb je je bezeerd, Marianne ?
:41:43
Zij heeft haar enkel verstuikt.
:41:47
Het is niet ernstig.
Het bot is nog heel.
:41:51
- Hoe kan ik u bedanken ?
- Doet u geen moeite.
:41:56
- Wilt u niet gaan zitten ?
- Ik maak de stoel ongaarne nat.