:10:02
Het leek te werken.
:10:05
Ze hadden elkaar tenminste gezien.
Het ging uitstekend.
:10:10
Tot ze zomaar weggingen.
:10:16
Kom op, jij ouwe boef.
We gaan nu naar huis.
:10:21
Maar ik gaf niet op. Ik wilde
persé dat ze elkaar ontmoetten.
:10:30
Neem me niet kwalijk,
dit spijt me zeer.
:10:34
Nou zeg ! Wat is dit nu ?
:10:50
M'n nieuwe lentepakje.
En m'n nieuwe hoed.
:10:56
Het spijt me vreselijk.
:10:58
Ik help u overeind.
Het spijt me zeer.
:11:01
Ik weet niet wat hij nou had.
Het spijt me vreselijk.
:11:06
Zo doet hij anders nooit.
- Laat maar.
:11:09
Ga nu maar weg, zo is het genoeg.
:11:14
Hier, neem de mijne maar.
:11:38
Wilt gij haar beminnen
en troosten...
:11:41
... en in ere houden,
in voor- en tegenspoed...
:11:45
... anderen versmaden
en haar trouw blijven...
:11:49
... tot de dood u scheidt ?
- Ja.
:11:55
De eerste zes maanden woonden
we in een klein huis bij het park.