:35:00
lk moet je zo snel mogelijk spreken.
:36:00
Wat doe je nou?
:36:03
lk had je nodig. Op de brug.
:36:09
Maarje was er niet.
:36:26
Geen beweging.
:36:30
Het is in orde. Rustig maar.
:36:34
lk ben het: Claire. Het is in orde.
-Je zat in de auto.
:36:39
Nee, ik zat niet in de auto.
lk hoorde het via de radio.
:36:44
Kop dicht. lk zag je in de auto.
-Nee, ik ben uit de auto gestapt.
:36:50
lk rende naar de brug.
lemand was...
:36:53
Hou op. lk was op de brug
en daar was niemand.
:36:57
En Jim?
-Word wakker, Jim is dood.