Phenomenon
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:15:10
Hij spreekt beter Spaans dan ik.
-Ook beter dan ik.

:15:48
Waar is de eigenaar hiervan?
-Mam is in de winkel.

:15:55
Handrem, knul?
-Hij heet Al.

:15:58
En de jouwe?
-Glory.

:16:02
Ik ben George. Doe de motorkap open.
:16:06
Waarom?
-Weet je hoe je moet starten?

:16:13
Noodservice. Hij moet
afgesteld worden.

:16:17
Ik moet weg.
-Waarheen?

:16:20
Het dorp uit?
-Een dagje San Francisco.

:16:24
Ik heb daar gewoond.
Je kan me alles vragen.

:16:29
Vraag me mee. Dan laat ik wat zien.
-Jij bent niet goed afgesteld.

:16:35
Je bent hier toch geboren?
-Hoe wist je dat?

:16:39
Iemand zei: Ik ken hem al m'n hele
leven. Als ie 'n UFO zag, is het zo.

:16:47
Dat zei ik niet.
-Zag je er eentje?

:16:50
Dat heb ik niet gezegd.
-Hoe zag ie eruit?

:16:53
Het had gekund.
:16:59
Dat is schaakmat, dok.
-Wacht even, George.


vorige.
volgende.