:54:03
Vertel eens. Hoe voelde je
die aardbeving?
:54:07
Zeiden stemmen het?
-Welnee.
:54:11
Wat weet je nog meer?
-Je hebt weer ruzie met Lisa.
:54:16
Hoe weet je dat?
-Zij zoekt je kleren bij elkaar.
:54:22
Krijg je boodschappen?
-Als Paula de post bezorgt, ja.
:54:27
Ze is vandaag twee uur te laat.
Daar moeten we wat van zeggen.
:54:33
En die aardbeving?
:54:35
Ik voelde bij Ash Creek trillingen.
:54:39
Hoe vond je die jongen?
-Geen idee.
:54:43
Weet je wat er gaat gebeuren?
-Toe. Sorry...
:54:47
Je leest nu vier boeken per dag.
-Dat was vorige week.
:54:56
Ik ga maar 's.
-Hoeveel talen spreek je nu?
:55:03
Als er iets ergs gaat gebeuren,
dan zeg je 't toch wel?
:55:35
Het spijt me van die stoelen.
:55:40
Ik wou alleen dat je bij me
langs kwam, met me praatte...
:55:46
...in plaats van weg te lopen.
-Wat wil je?
:55:54
Kom mee naar Berkeley. Ik ben
uitgenodigd door geleerden...
:55:59
...voor aardbevingen, experimenten,
de mest, de zonnepanelen...